vrijdag 19 januari 2007

Brief aan Hrant Dink


Beste Hrant,
Exact een jaar geleden werd je doodgeschoten. Door iemand die verblind was, opgejaagd door de haat die hem was ingefluisterd door mensen voor wie ideologie belangrijker is dan begrip. Door mensen voor wie woorden dienen om verdeeldheid te zaaien.
Jij gebruikte de woorden om voor begrip te pleiten. Dàt is het vrije woord, Hrant: iets zo machtigs dat men je erom vermoordt. Je was daar bang voor, dat had je in je laatste tekst geschreven. Een bange duif. Maar je vertrouwde erop dat de inwoners van Istanbul je zouden beschermen, net zoals ze de duiven voeren en vrij laten rondtrippelen. Het heeft niet mogen zijn.
Deze dagen wordt in België een monoloog opgevoerd van een jonge Vlaamse schrijver. Hij legt zijn personage, een missionaris, de volgende woorden in de mond:

‘Wij hebben gekozen.
Ge moet niet bang zijn van te kiezen.
Dat mag groeien, uw echo.
Ge moet niet bang zijn van bang te zijn.
Ge zijt ’t toch.’


Jij had gekozen, Hrant. Je was bang, maar je had gekozen. En de echo van die keuze groeit. De roep om afschaffing van een infaam grondwetsartikel dat aanzet tot haat en onverdraagzaamheid klinkt steeds luider.
Je weet wat het woord ‘missionaris’ betekent, Hrant, je was christen. Heel wat van je geloofsgenoten hebben het moeilijk momenteel in Turkije. Ook dat bedreigen en pesten van christenen hoort bij het ultranationalisme, dat gevoed wordt door een aantal machthebbers in juridische en legerkringen, die hopen hun greep op de macht te behouden door ‘vijanden’ aan te wijzen.


Beste Hrant,
Eén keer maar heb ik je ontmoet, en ik kon zien, net als iedereen, dat je een groot man was. Dat een groot man als jij ook behoefte had aan de steun die een internationale gemeenschap van goedwillenden hem kon geven, bleek uit het kaartje met de nieuwjaarswensen dat ik, aangetekend, van je ontving de dag nadat je vermoord was. Er stond een gouden vlinder op, een dankbetuiging voor de steun van PEN Vlaanderen en voor de boodschap van goede wil. En de woorden: ‘life is so beautiful’.
Je hebt met dat mooie leven betaald, opdat anderen vrij zouden kunnen spreken. Vrij spreken, daar staan we voor, de hele PEN-schrijversgemeenschap. Als een groot man als jij de steun van een klein dichteresje uit een klein landje belangrijk genoeg vond om haar een gouden, aangetekende kaart te sturen, moet dat voor ons allen een aanmoediging zijn om door te gaan, om te blijven geloven dat woorden kunnen bevrijden.

Vandaag gedenken vele PEN-centra over de hele wereld je, vandaag ook houdt PEN Vlaanderen zijn jaarlijkse algemene vergadering. Uit naam van de schrijvende gemeenschap zullen we je een stil eresaluut brengen, je danken voor het voorbeeld, en de ambassadeur van Turkije in ons land opnieuw oproepen, bij zijn overheid aan te dringen op de afschaffing van artikel 301. Zodat kwaadwilligen niet langer een wettelijk wapen in handen zullen hebben om de verdraagzaamheid en het vrije woord te vermoorden.

Uit naam van PEN Vlaanderen,
Hilde Keteleer, verantwoordelijke Writers in Prison Committee

Geen opmerkingen: