Zopas publiceerde International PEN de tot eind 2008 bijgewerkte lijst van auteurs die door het Writers in Prison Committee (WiPC) in bescherming worden genomen. Het is een overzicht van 623 gevallen van aanvallen op schrijvers en journalisten over de hele wereld.
In de 12 maanden van 2008 volgde WiPC 877 gevallen van agressie tegen schrijvers, journalisten, uitgevers en andere mensen die het geschreven woord gebruiken om ideeën te verspreiden.
Vierentwintig van hen werden gedood. In sommige gevallen is het onduidelijk of ze werden aangevallen omwille van wat ze schreven, in andere gevallen is het zonneklaar. In alle gevallen moeten de moorden dienen om anderen te doen nadenken over het risico om hun mond open te doen.
Het aantal moorden is het voorbije jaar ongeveer gehalveerd tegenover de voorgaande jaren, een reden tot optimisme. Die terugval is hoofdzakelijk het gevolg van meer veiligheid voor journalisten in Irak, waar tot vorig jaar bijna de helft van de doden vielen. In 2008 waren het er nog maar drie. Wat PEN wel zorgen baart is de situatie in Sri Lanka, waar zes journalisten in 2008 werden vermoord, en vele andere onder constante bedreiging leven. Lasantha Wickrematunga, een zeer gerespecteerde uitgever in Sri Lanka, werd in januari 2009 vermoord. Hij stond al een aantal jaren op de WIPC-lijst als slachtoffer van vele doodsbedreigingen. Zijn dood is een verschrikkelijke getuigenis hoe ernstig dit soort bedreigingen moet worden genomen. Het WiPC telde bijna 200 doodsbedreigingen en aanvallen in 2008. En dat is beslist een onderschatting, want het is erg moeilijk om gegevens over dit soort agressie bijeen te sprokkelen, en vaak worden bedreigingen ook niet aangegeven.
Opsluiting in gevangenissen – gaande van een paar maanden tot vele jaren – blijft een ernstig probleem. In 2008 had WIPC weet van 195 gevallen. Van 133 van de gevangen auteurs of journalisten stond vast dat hun veroordeling het gevolg was van wat ze schreven. China, Birma, Iran, Cuba, Oesbekistan, Eritrea en Vietnam blijven, net als voorheen, de landen waar dissidente schrijvers en journalisten het grootste gevaar lopen in de gevangenis terecht te komen. Andere landen zijn Azerbeidzjan, Afghanistan, Syrië, Egypte en Kameroen. De hoop dat de situatie in China in de aanloop naar de Olympische Spelen zou verbeteren ging niet in vervulling. In het begin én op het eind van het jaar werden ongeveer 40 schrijvers en journalisten gevangengenomen. Sommige werden vrijgelaten, maar daarop volgden weer nieuwe arrestaties. De opmerkelijkste was die van de voorzitter van het Independent Chinese PEN Centre, Liu Xiaobo, eind december. In Birma, werd een gevangenisstraf van 59 jaar uitgesproken tegen dichter, cabaretier en activist Zargana. Die werd nadien verminderd tot 35 jaar, nog altijd een straf die ongezien is. Nooit eerder werd de laatste decennia zo’n zwaar vonnis uitgesproken tegen een schrijver om politieke redenen. Hij wred veroordeeld voor ‘illegale’ activiteiten omwille van een hulpprogramma dat hij lanceerde voor slachtoffers van de cycloon Nargis.
Ook Latijns-Amerika blijft een bron van zorg: 25 schrijvers en journalisten zitten gevangen in Cuba, talrijke schrijvers werden vermoord of met de dood bedreigd in Mexico, vele ontvingen doodsbedreigingen of stonden terecht in Peru, Colombia en Nicaragua, en censuur is een dagelijkse plaag in Venezuela. International PEN startte daarom een campagne die gedurende het hele jaar bijzondere aandacht zal besteden aan deze regio.
In veel gevallen werden schrijvers niet gevangengezet maar wel onder druk gezet door langdurige processen, processen die soms jaren duren. Ook al leiden die meestal niet tot gevangenisstraffen, de processen zijn zowel psychologisch als financieel uitputtend. Soms lijkt het er ook op dat dit net de bedoeling van de gerechtszaken is – een schrijver straffen zonder de internationale veroordeling te riskeren die gevangenzetting zou meebrengen. Turkije is daar het meest opvallende voorbeeld van. Meer dan 70 schrijvers en journalisten zijn momenteel in een proces verwikkeld op basis van verschillende artikelen die de vrije meningsuiting belemmeren.
U kunt hier de volledige (Engelse) caselist nalezen.
In de 12 maanden van 2008 volgde WiPC 877 gevallen van agressie tegen schrijvers, journalisten, uitgevers en andere mensen die het geschreven woord gebruiken om ideeën te verspreiden.
Vierentwintig van hen werden gedood. In sommige gevallen is het onduidelijk of ze werden aangevallen omwille van wat ze schreven, in andere gevallen is het zonneklaar. In alle gevallen moeten de moorden dienen om anderen te doen nadenken over het risico om hun mond open te doen.
Het aantal moorden is het voorbije jaar ongeveer gehalveerd tegenover de voorgaande jaren, een reden tot optimisme. Die terugval is hoofdzakelijk het gevolg van meer veiligheid voor journalisten in Irak, waar tot vorig jaar bijna de helft van de doden vielen. In 2008 waren het er nog maar drie. Wat PEN wel zorgen baart is de situatie in Sri Lanka, waar zes journalisten in 2008 werden vermoord, en vele andere onder constante bedreiging leven. Lasantha Wickrematunga, een zeer gerespecteerde uitgever in Sri Lanka, werd in januari 2009 vermoord. Hij stond al een aantal jaren op de WIPC-lijst als slachtoffer van vele doodsbedreigingen. Zijn dood is een verschrikkelijke getuigenis hoe ernstig dit soort bedreigingen moet worden genomen. Het WiPC telde bijna 200 doodsbedreigingen en aanvallen in 2008. En dat is beslist een onderschatting, want het is erg moeilijk om gegevens over dit soort agressie bijeen te sprokkelen, en vaak worden bedreigingen ook niet aangegeven.
Opsluiting in gevangenissen – gaande van een paar maanden tot vele jaren – blijft een ernstig probleem. In 2008 had WIPC weet van 195 gevallen. Van 133 van de gevangen auteurs of journalisten stond vast dat hun veroordeling het gevolg was van wat ze schreven. China, Birma, Iran, Cuba, Oesbekistan, Eritrea en Vietnam blijven, net als voorheen, de landen waar dissidente schrijvers en journalisten het grootste gevaar lopen in de gevangenis terecht te komen. Andere landen zijn Azerbeidzjan, Afghanistan, Syrië, Egypte en Kameroen. De hoop dat de situatie in China in de aanloop naar de Olympische Spelen zou verbeteren ging niet in vervulling. In het begin én op het eind van het jaar werden ongeveer 40 schrijvers en journalisten gevangengenomen. Sommige werden vrijgelaten, maar daarop volgden weer nieuwe arrestaties. De opmerkelijkste was die van de voorzitter van het Independent Chinese PEN Centre, Liu Xiaobo, eind december. In Birma, werd een gevangenisstraf van 59 jaar uitgesproken tegen dichter, cabaretier en activist Zargana. Die werd nadien verminderd tot 35 jaar, nog altijd een straf die ongezien is. Nooit eerder werd de laatste decennia zo’n zwaar vonnis uitgesproken tegen een schrijver om politieke redenen. Hij wred veroordeeld voor ‘illegale’ activiteiten omwille van een hulpprogramma dat hij lanceerde voor slachtoffers van de cycloon Nargis.
Ook Latijns-Amerika blijft een bron van zorg: 25 schrijvers en journalisten zitten gevangen in Cuba, talrijke schrijvers werden vermoord of met de dood bedreigd in Mexico, vele ontvingen doodsbedreigingen of stonden terecht in Peru, Colombia en Nicaragua, en censuur is een dagelijkse plaag in Venezuela. International PEN startte daarom een campagne die gedurende het hele jaar bijzondere aandacht zal besteden aan deze regio.
In veel gevallen werden schrijvers niet gevangengezet maar wel onder druk gezet door langdurige processen, processen die soms jaren duren. Ook al leiden die meestal niet tot gevangenisstraffen, de processen zijn zowel psychologisch als financieel uitputtend. Soms lijkt het er ook op dat dit net de bedoeling van de gerechtszaken is – een schrijver straffen zonder de internationale veroordeling te riskeren die gevangenzetting zou meebrengen. Turkije is daar het meest opvallende voorbeeld van. Meer dan 70 schrijvers en journalisten zijn momenteel in een proces verwikkeld op basis van verschillende artikelen die de vrije meningsuiting belemmeren.
U kunt hier de volledige (Engelse) caselist nalezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten