De Turkse journalist en uitgever Mehmet Bakir wordt door PEN Vlaanderen als nieuw erelid opgenomen. Hieronder vindt u informatie over Bakir en over de rechtzaak die tegen hem aangespannen werd.
Mehmet Bakir, journalist en uitgever van het magazine Güney, werd gearresteerd op basis van het artikel 7 van de antiterreurwet op een manier die volgens International PEN duidelijk niet te verenigen valt met de internationale standaarden voor eerlijke rechtspraak en vrijheid van meningsuiting. PEN vraagt om zijn vrijlating.
Na een proces van bijna drie jaar, werd Bakir veroordeeld op 12 februari 2007, samen met zeven anderen, zogezegd allen leden van de BP KK-T, een marxistische partij (Noord-Koerdistan/Turkije) BP KK-T. Hij werd eerst veroordeeld tot meer dan vier jaar gevangenis, die uiteindelijk na beroep teruggebracht zijn tot tweeënhalf jaar. Hij bleef vrij tot zijn veroordeling uitgesproken werd, en moest in het begin van 2007 naar de gevangenis van Bolu. Zijn vrijlating wordt verwacht op 9 mei 2009.
Zorgwekkend is dat het oordeel gebaseerd zou zijn op uitspraken die men bij de acht beschuldigden verkregen had onder foltering. Het proces was controversieel en werd twee keer overgedaan. Deze zaak heeft in Turkije veel stof doen opwaaien.
Het is een complexe zaak, waarvan het proces vier jaar duurde. Er was veel consternatie over de ongeregeldheden. Op 9 juli 2002 was Mehmet Bakir met een kennis onderweg naar een vakantiehuis bij Izmir, en werden ze tegengehouden door de politie, die hen zonder verdere verklaring meenam voor ondervraging. Vier dagen werden ze ondervraagd zonder dat ze een advocaat of familie konden contacteren. Het is mogelijk dat ze tijdens die periode het voorwerp geworden zijn van foltering. Ze werden ondervraagd over de BP KK-T, met hoofdkwartier in Duitsland, waar Mehmet Bakir als free-lance journalist had gewerkt. Volgens Amnesty International is BP KK-T een kleine, geweldloze oppositiepartij. Mehmet Bakir ontkent contact met hen te hebben.
Hij werd vrijgelaten op 21 januari 2003, maar mocht het land niet verlaten. Zijn identiteitskaart werd afgenomen, en verhoren tegen hem en zeven andere betrokkenen in de zaak werden voortgezet. Op 24 juli 2003 werden hij en vier anderen veroordeeld tot vier jaar en twee maanden gevangenisstraf vanwege stichting/lidmaatschap van BP KK-T. De anderen kregen tien maanden.
Bakirs verdediging ging in beroep, en tijdens het proces bleef hij in vrijheid. Op 7 april 2004 werd het verdict door het beroepshof verworpen, en werd een nieuw proces geëist. Op 12 oktober 2004, en hoewel de openbare aanklager vrijspraak wenste, werd Mehmet Bakir veroordeeld tot tweeënhalf jaar. Opnieuw gingen Bakir en de anderen in beroep, en in november 2005 werd de zaak door het hof van cassatie teruggestuurd naar de rechtbank van Izmar, met de vraag dat de amendementen van juni 2005, die de rechten van de verdediging moesten versterken, in rekening gebracht zouden worden. Op 16 maart 2006 was er de laatste zitting, en bleef de rechtbank van Izmir bij het verdict van oktober 2004.
Artikel 7 van de antiterreurwet, waarop de aanklacht tegen Mehmet Bakir en de anderen gebaseerd was, werd in juli 2006 afgeschaft. Toch werd de zaak doorgezet.
Op 26 december 2006 aanvaardde het hof van cassatie de veroordeling. Op 12 februari 2007 begon de straf van Mehmet Bakir, die zal aflopen in mei 2009. Mehmet Bakir zit op dit moment in de gevangenis van Balu, halverwege tussen Istanboel en Ankara.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten